Het nieuwe pensioenstelsel: uitstel regeling Bedrag ineens
Onderdeel van het Pensioenakkoord is de Wet Bedrag ineens, Regeling vervroegd uittreden (RVU) en Verlofsparen. Deze wet bestaat uit drie onderdelen. De onderdelen RVU en Verlofsparen zijn op 1 januari 2021 ingegaan. Het onderdeel Bedrag ineens zou ingaan op 1 januari 2022 maar is door de complexe uitvoering uitgesteld naar 1 januari 2023. Zo hebben de uitvoerders meer tijd om hun administratieve systemen aan te passen.
De regeling Bedrag ineens
Met de regeling Bedrag ineens krijgen deelnemers op de pensioendatum de mogelijkheid om eenmalig een bedrag in eens op te nemen. Het gaat om maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen. Het bedrag ineens is vrij besteedbaar en biedt deelnemers de mogelijkheid om keuzes te maken die passen bij hun persoonlijke situatie. Op de pensioeningangsdatum kan een deelnemer er voor kiezen om een bedrag ineens op te nemen op de pensioeningangsdatum óf in februari volgend op het jaar waarin de AOW-datum wordt bereikt.
Resterende uitkering
Als de deelnemer ervoor kiest om een bedrag in één keer uit te laten keren, heeft dit gevolgen voor de resterende levenslange pensioenuitkering. Deze gaat naar evenredigheid omlaag. Het is niet mogelijk gebruik te maken van een hoog-/laag-constructie waarmee eerst gedurende vijf of tien jaar een hoger ouderdomspensioen wordt genoten en daarna voor de resterende levensduur een lager ouderdomspensioen.